Digitale accounts zijn geen erfenisgoederen
Veel mensen denken dat alles wat digitaal is, net zo overdraagbaar is als fysieke bezittingen. Maar juridisch zit het anders. De meeste online accounts (zoals van Google, Apple, Microsoft of Facebook) vallen onder een gebruiksrecht dat strikt persoonlijk is. Bij overlijden eindigt dat recht automatisch, tenzij de aanbieder expliciet iets anders bepaalt.
Burgerlijk Wetboek
In de Nederlandse wet is een e-mailaccount geen ‘goed’ of ‘zaak’ in de zin van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dat betekent dat een account niet kan worden geërfd als vermogensbestanddeel. Alleen de gegevens (de inhoud) kunnen onder omstandigheden worden opgeëist, maar alleen via juridische procedures. Deze kwalificatie maakt accounts juridisch ongrijpbaar binnen het klassieke erfrecht.
Inloggen kan strafbaar zijn
Zelfs als je beschikt over het wachtwoord van de overledene, mag je niet zomaar inloggen. Volgens artikel 138ab van het Wetboek van Strafrecht is het zonder toestemming binnendringen in een geautomatiseerd werk – zoals in dit voorbeeld een e-mail- of social media-account – strafbaar. Dit staat bekend als computervredebreuk. Er wordt niet gekeken naar de intentie (“ik bedoelde het goed”), maar naar het feit dat je toegang hebt verkregen zonder recht.


Executeur of notaris? Ook dan gelden grenzen
Een veelgehoorde misvatting is dat een executeur-testamentair automatisch bevoegd is om in te loggen op digitale accounts of apparaten van de overledene. Ook dat is niet het geval. De bevoegdheid van een executeur geldt voor de afwikkeling van de nalatenschap, maar dat betekent niet dat hij of zij buiten de wet om mag handelen.
De wet geeft (nog) geen expliciete toegang tot digitale nalatenschappen. Toegang is vaak afhankelijk van vooraf gegeven toestemming (bijv. via een digitale gebruikersverklaring), de procedures van aanbieders zoals Google of Apple en vrijwel altijd een gerechtelijke machtiging om toegang af te dwingen.
Zelfs als het testament toegang verleent, kunnen de gebruikersvoorwaarden van de dienstverlener zwaarder wegen. Dat blijkt ook uit meerdere rechterlijke uitspraken.
En de saisine-regel dan?
Volgens artikel 4:182 BW treden erfgenamen “van rechtswege” in de rechten van de overledene (bij zuivere aanvaarding). Maar digitale accounts zijn géén goederen in de zin van het Burgerlijk Wetboek. Bovendien hebben rechters geoordeeld dat:
- saisine géén recht op digitale toegang geeft,
- contractvoorwaarden van de aanbieder voorgaan,
- en de privacy van de overledene en derden zwaarder kan wegen dan het belang van erfgenamen.
Dit geldt ook in de fase van beneficiaire aanvaarding: je mag niet zomaar inloggen om te ‘kijken wat erin zit’.
Wat mag wél?
Er zijn natuurlijk ook wel legale routes om de inhoud van accounts op te vragen (want wachtwoorden ga je niet krijgen) door een verzoek bij de provider, meestal met overlijdensakte, een bewijs van erfrecht en een gedegen motivatie. Als dat niet lukt een gerechtelijke procedure, als de provider weigert mee te werken of via gespecialiseerde bedrijven zoals Digital Life Legacy, die apparaten en gegevens op legale en verantwoorde wijze kunnen ontsluiten – zonder dat iemand hoeft in te loggen op het account.
Conclusie
De gedachte “ik heb het wachtwoord dus ik mag het gebruiken” is in de digitale wereld gevaarlijk kort door de bocht. Zonder wettelijke basis of expliciete toestemming is inloggen op accounts van een overledene onwettig en potentieel strafbaar.
Zelfs in een huwelijk of met een testament is toegang tot accounts onderhevig aan voorwaarden van derden. Juist daarom is het belangrijk om bij leven al stil te staan bij de digitale nalatenschap.
Wachtwoorden in een wensenlijst, nabestaandenmap, nalatenschapsdossier of digitale kluis?
Hoewel het juridisch geen toegang verleent, is het achterlaten van gebruikersnamen en wachtwoorden nog altijd beter dan helemaal niets vastleggen.
Maar… het is zeker niet genoeg. Kortom, ben jij werkzaam in de uitvaart- (na)zorgbranche, palliatieve zorg of notariaat en vraag je je af:
- Wat er ontbreekt aan al die huidige wensenlijstjes en digitale kluizen?
- Waarom ’toegang regelen’ veel meer is dan alleen wat inloggegevens opschrijven?
- Hoe je nabestaanden écht helpt, in plaats van ze onbedoeld met juridische risico’s op te zadelen?
En wil je weten hoe je dit aan de voorkant wél goed regelt – op een manier die realistisch is, juridisch klopt én de kans op strafrechtelijke misstappen bij nabestaanden verkleint? Neem dan contact met ons op voor het juiste advies.

Rechterlijke uitspraken over digitale nalatenschap
-
Rechtbank Amsterdam, 31 juli 2024 – Beperkte toegang tot Facebook-account (ECLI:NL:RBAMS:2024:4729)
Een erfgenaam verzocht toegang tot het Facebook-account van zijn overleden partner. De rechtbank oordeelde dat volledige toegang niet is toegestaan vanwege de privacy van derden, maar beperkte inzage in persoonlijke gegevens van de overledene werd wel toegestaan. -
Rechtbank Amsterdam, 1 december 2021 – Toegang tot Microsoft-accounts (ECLI:NL:RBAMS:2021:7090)
Erfgenamen eisten toegang tot de Hotmail- en OneDrive-accounts van een overledene. De rechtbank oordeelde dat Microsoft accounttoegang moest verlenen, maar alleen via rechterlijke tussenkomst én met restricties. -
Rechtbank Midden-Nederland, 15 december 2021 – Toegang tot e-mailaccount (ECLI:NL:RBMNE:2021:6151)
Erfgenamen verzochten toegang tot het e-mailaccount van een overledene. De rechtbank oordeelde dat zij recht hebben op toegang tot gegevens tot aan de overlijdensdatum, met inachtneming van de privacy van derden.